Met Lazarus weet je nooit zeker waar het begint. Nu dus met De Idioot. Een lijvige roman die als onspeelbaar omschreven wordt. Maar niet zo bij Lazarus, want je weet bij hen wel altijd waar het eindigt: met een straffe voorstelling! Lazarus bewerkt een Russische klepper tot een verontrustend avondje toneel.
Naar : De Idioot van F.M. DOSTOJEWSKI
Spel : Pieter Genard, Ruszard Turbiasz, Charlotte Vandermeersch, Günther Lesage, Koen De Graeve, Dominique Collet
Kostuums : Karen De Wolf
Vormgeving : Giovanni Vanhoenacker
Licht : Bart Luypaert / Mark Van Denesse
Productie : Lazarus i.s.m. Campo
In copresentatie met Cultuurcentrum Brugge

Na het tragikomische « Oblomow » zet Lazarus deze keer de tanden in de lijvige roman 'De Idioot' van Dostojewski.
Na meer dan vier jaar afzondering wegens aanhoudende epilepsieaanvallen komt een prins terecht in het moderne mondaine Moskouse leven. Hij is wereldvreemd en stelt zich op als filosoof, kindervriend, maar ook als kind. Om deze redenen komt hij over als redelijk onnozel. Niettemin is hij een graag geziene gast bij een voorname familie. Daar verzeilt hij in een web van sociale contacten en wordt de spilfiguur in meerdere amoureuze en schandalige affaires. De ontaarde omstandigheden sleuren hem mee in een draaikolk van onderdrukte lust, geldzorgen en ziekmakend Slavisch opportunisme, waardoor hij stilaan op de rand van de definitieve stuiptrekking balanceert.

Lazarus ziet opnieuw de kans schoon om een Russische klepper te bewerken tot een verontrustend avondje toneel waarin onze dunne laag beschaving niet bestand zal blijken tegen de dierlijke basisbehoeftes waaraan wij mensen zo zwaar onderhevig zijn.
“De Idioot is, net als de meeste van Dostojevski’s (anti)helden een zelfportret, zij het eentje van voluntaristische aard: hij schetst een man zo goed, zo zacht, zo onbezoedeld dat hij wel als een lam op de slachtbank moet eindigen. Spelerscollectief Lazarus bewerkte de roman met een ongebruikelijke tederheid”. Evelyne Coussens, De Morgen, 6.05.2013

Bron : UiTinVlaanderen.be
foto's: © Raymond Mallentjer