Zot. Dwaas. Domoor. Mafketel. Malloot.
Kwibus. Kwiet.
Zwakzinnige. Ezel. Ei. Hansworst. Uilskuiken. Paljas. Pias. Pierewaaier. Tist.
Halve gare. Rare.

De sul van dienst heet Lev Mysjkin.
Lev is het Russisch voor leeuw. Zoals Leo.
Lev, Leo. Leeuw.
En Mysj is het Russisch voor muis.
Lev Mysjkin. Leo Muysmans.
Rare held. Een zieke held.
Maar ook een heldere zieke.
Een leeuw met een muizenhart. - Sukkel.
Een muis met een leeuwenhart. - Maar hij is zo lief!
Een man uit minstens twee stukken.
Wat heeft die Lev Mysjkin?
Lef, misschien? – Idioot.

Lazarus ziet zijn kans schoon om deze Russische klepper te bewerken tot een verontrustend doch heerlijk avondje toneel met waarschijnlijk een Russisch mannenkoor. En wellicht met Russische reidansen zoals de 'charawod,' de 'pljaska' (meer bepaald de 'perepljas' waarbij deelnemers mekaar improviserend trachten te overtroeven met virtuoos gestampte ritmes) of een simpele 'slow' (ne plakker, lijk da ze zeggen). Verder met vermoedelijk alweer sloten wodka. En babouschka's. Ukelele. Brezjnjew. Sergei Bubka. Misschien komt Raspoetin.

‘Een klepper van formaat. Het is dan ook niet niks Dostojevski’s turf tot sprankelend theater te verwerken. Maar theatercollectief Lazarus slaagt met verve.’ — Liv Laveyne in De Standaard ****

‘Lazarus brengt Dostojevski’s antiheld met diepgang’ — Evelyne Goossens in De Morgen

Komen zeker : Pieter Genard, Ryszard Turbiasz, Charlotte Vandermeersch, Günther Lesage, Koen De Graeve, Dominique Collet. Karen De Wolf kleedt aan, Bart Luypaert licht uit