Een opera van Modest Moessorgski op 7 juni in Euroscoop Genk, live vanuit de Opera Bastille
Toen Poesjkin in 1824 met 'Boris Godounov' aan zijn eerste historische drama begon, wist hij niet echt aan welk gigantisch werk hij zich mocht verwachten. Gewapend met een lezing van Shakespeare zal hij zich wagen aan de intense periode tijdens het koninkrijk van de “Tsaar van alle Ruslanden” (1598-1605). Eigenlijk zit er wat MacBeth in dit politieke verhaal, waarin Boris het wezen van het kind dat hij heeft laten vermoorden om de troon te veroveren ziet verschijnen onder de vorm van een indringer. Moessorgski schreef hiervan in 1869 een eerste operaversie in vier delen (zeven tonelen), maar deze werd afgewezen door de leiding van de keizerlijke schouwburg. Daar deze opera dieper op de materie inging en veel intenser was dan de Italiaanse opera die in zwang was in die tijd, constateerde de schouwburg een gemis aan dramatische basiselementen, zoals een vrouwelijk hoofdpersonage en daardoor het ontbreken van amoureuze intriges. Het is opvallend dat de opera niet om politieke redenen werd gecensureerd, aangezien in dit werk niemand over iets anders spreekt dan over politiek. In die tijd had Poesjkin echter zo'n onaantastbare positie, dat het niet meer mogelijk was zijn werk te censureren.